Rond mijn veertigste realiseerde ik me dat we meer moesten gaan sparen, kwam de gedachte van het streven naar financiĆ«le vrijheid voor het eerst op. We hadden het op dat moment goed voor elkaar. Twee inkomens, een fijn gezin, een mooi huis. De hoge hypotheek was de keerzijde. Die zorgde er automatisch voor dat je een goed betaalde baan nodig had, dat er een constante inkomstenstroom moest zijn en dat er maandelijks niet veel geld gespaard werd. We pasten onze levensstijl ook aan met de toename van inkomen. Een nog groter huis, duurdere vakanties, luxe auto’s, een tweede huis in Frankrijk. Ik was eigenlijk heel gelukkig met die situatie, was trots op mijn gezin en de zich goed ontwikkelende carriĆØre. De onvrijheid van deze situatie realiseerde ik me echter ook; doorgaan, doorgaan, doorgaan…..In die periode ben ik gaan beleggen, versneld de hypotheek gaan aflossen en heb ik onze spaarratio flink opgevoerd. Ondanks vele “standaard” beleggingsfouten zoals impuls gedreven aan-en verkopen – “buy high-sell low” – afgaan op adviezen van “experts”, hielden we uiteindelijk toch steeds meer geld over. Op weg naar financiĆ«le vrijheid.
Sinds 1992 bestaat er zoiets als de “FIRE”- beweging. In dat jaar verscheen Your Money Or Your Life, van Joseph R. Dominguez en Vicki Robin. “FIRE” staat voor “Financial Independent Retire Early”… ontstaan in de Verenigde Staten en heeft vooral veel aanhangers onder twintigers en dertigers. Wereldwijd. Vooral deze jonge groep realiseert zich dat het langdurig leven van “pay check naar pay check” eigenlijk een grote mate van onvrijheid is. Geld is in de “FIRE”- gedachte niet alleen om uit te geven, maar een vorm van levensenergie die je de kans geeft vrij over tijd te beschikken. “FIRE”- aanhangers streven naar 25x de jaarlijkse netto uitgaven bij elkaar te sparen. Dat is een vuistregel. Dan hoef je niet meer voor je geld te werken en kun je leven van het rendement van dat kapitaal. Dus stel dat je per maand in totaal netto ā¬ 3.000 uitgeeft, dan heb je ā¬ 36.000 x 25 = ā¬ 900.000 nodig als gespaard kapitaal, in beleggingen. Vervolgens kun je jaarlijks 4% van het kapitaal vrij besteden, terwijl het basiskapitaal in tact blijft. Je leeft dan van dividenduitkeringen en de toegenomen waarde van de beleggingen en behoudt je gespaarde kapitaal. Er bestaat ook zoiets als “lean-FIRE”, waarbij je door een zeer spaarzame en sobere levensstijl veel minder geld per maand nodig hebt en daarmee ook veel sneller financiĆ«le vrijheid kunt verkrijgen. Want stel dat je geen ā¬ 3.000 per maand uitgeeft, maar bijvoorbeeld ā¬ 1.500, dan heb je “slechts” een kapitaal van ā¬450.000 euro nodig om niet meer voor het geld te hoeven werken. En ben je financieel onafhankelijk. Je hoeft dan niet meer voor je geld te werken, maar dat kan als je dat wilt wel gewoon. Je hebt de vrijheid en de keuze.
Kritiek op de “FIRE”- gedachte is er natuurlijk ook. Critici stellen dat werken vooral ook tot zelfverwerkelijking leidt, dat je door te werken maatschappelijk bijdraagt. De mono-focus op sparen kan ook sociale contacten onder druk zetten. Spanning in een huwelijk geven als de andere partner meer wil uitgeven. Dat die 4% jaarlijkse onttrekking veel te optimistisch is wanneer de inflatie langdurig zeer hoog is. En stel dat je “halverwege de rit het loodje legt” en tussentijds door de spaarzaamheid onvoldoende hebt genoten?
Wat mij betreft is het uiteindelijk altijd weer de vraag van de juiste balans. En die heb ik in ons streven naar financiĆ«le vrijheid altijd voor ogen gehad, flink sparen maar niet vergeten tussentijds “te leven”. Met eind vijftig financieel onafhankelijk is overigens in “FIRE-termen” dan ook relatief laat. Hoe ik die balans zie? We hebben bijvoorbeeld geen tijd “verdaan” met televisie kijken, of geld besteed aan nutteloze aankopen. Geen last gehad van het fenomeen “keeping up with the Jones”. Maar we hebben tussentijds wel enorm genoten van mooie vakanties met het gezin, van lekker uit eten. Kwaliteit versus kwantiteit.
En nu leven we van 1 parttime inkomen, twee naar voren gehaalde pensioentjes en dividenden. Dat laatste voelt heerlijk. We hebben zowel jaarlijks, halfjaarlijks, per kwartaal en zelfs maandelijkse dividenduitkeringen. Elke keer weer geld bijgeschreven krijgen waar je niets voor hoeft te doen…heerlijk. Terwijl ons kapitaal gewoon groeit. Voor een substantieel dividend heb je wel behoorlijke investeringen nodig. Een dividendrendement van 4-5% is goed haalbaar, maar betekent wel dat je de juiste keuzes moet maken en de angst voor beleggen moet overwinnen. Mijn beleggingsstrategie is gericht op een hoge constante dividendstroom. Als je googelt op “Dividend Aristocrats” en “Dividend Kings” dan zie je bedrijven die jarenlang het dividend consequent verhogen. Dat zijn bekende namen; bedrijven die goed geleid worden en die hun toonaangevende reputatie niet willen verliezen. Een jaarlijkse verhoging van dividend is ook een teken van stabiliteit. In staat zijn om winstuitkeringen te blijven doen ondanks periodes van economische recessie of crises. Ik kies vooral voor dividend ETFs (Exchange Traded Funds), vanwege de lage kosten, mooie resultaten en grote spreiding. Het werkt.
Dividend is winstuitkering. Van aandelen en de rente van obligaties. Er bestaat ook zoiets als “memory dividend”. De winstuitkering van mooie ervaringen. Onvergetelijke momenten van heerlijke wintersportvakanties, mooie weekenden met vrienden, het bezoeken van andere landen en het verblijven in andere culturen. Dat is een dividend wat voor mij bovenaan staat. Daar heb je geld voor nodig en vooral tijd. Ik heb van niet veel spijt. Behalve dat ik het gevoel heb dat de jaren voorbij vliegen. Vooral de laatste twintig jaar lijken zich versneld afgespeeld te hebben. Met mijn vroeg pensionering is daar overigens wel verandering in gekomen. Tijd is inderdaad relatief….ik heb nu het gevoel veel meer regie over de tijd te hebben dan een aantal jaren terug. Het aantal reizen en reisjes neemt toe, het bewust genieten van mooie momenten ook. Doorgaan met investeren in “memory dividend”…..
2 gedachten over “Ruim geld overhouden ( 5 ): Dividend versus “memory-dividend”….”
Een mooi artikel en goede keuzes die je hebt gemaakt.
Wel Ć©Ć©n correctie: de 4% regel komt uit de Trinity Study en zorgt er niet voor dat je vermogen in tact blijft. De Trinity Study had duidelijke uitgangspunten, het was een succes als een portfolio na 30 jaar nog geld bevatte (meer dan $0). Het onderzoek ging dus niet uit van het in tact houden van je portfolio, maar slechts van het overleven hiervan.
Maar los daarvan heb je groot gelijk met de memory dividend, dat is belangrijker dan money dividend.
dank voor de reactie en nuance