Al sinds een jaar of vier, stop ik na de jaarwisseling een maand met alcohol. Geen bier en wijn in mijn geval, want van sterkere drank houd ik niet. De lezer denkt, “nou dat heeft ie dan kennelijk nodig, hij drinkt kennelijk teveel…” En in alle eerlijkheid is het antwoord daarop ja.
Ik dronk mijn eerste biertje toen ik vijftien jaar oud was en in mijn beleving vond ik dat eerste biertje meteen heel lekker. Alcohol innemen – en dat is het natuurlijk – klinkt heel anders dan lekker een biertje drinken of echt optimaal genieten van een goed glas wijn. En dan bedoel ik echt een goed glas wijn, waar je intens van geniet. Alcohol is gif en dat drink je dan jarenlang in verdunde mate. Volgens het Voedingscentrum of andere gezondheidsinstellingen is volledig stoppen het beste. En als je dat niet doet, dan matigen met maximaal tien standaardglazen per week voor een vrouw en maximaal veertien glazen voor een man.
Ik drink gedurende het jaar niets door de weeks, maar bij mij begint het weekend wel op vrijdagmiddag en eindigt op zondagavond, met doorgaans meer dan die veertien glazen. Zeker als ik onder vrienden ben gaat de teller rap omhoog. In een jaar ben je dan opgeteld structureel over de norm en dan kan het geen kwaad om daar eens radicaal een stopmoment voor in te lassen. Vooral na de bourgondische Kerst en een feestelijke oudejaarsavond, in mijn ogen een ideaal moment.
Er wordt in de media geregeld over “Dry January” of “Ik Pas” gecommuniceerd. De voordelen die genoemd worden: je bespaart geld, je valt af, je huid ziet er mooier uit, je kunt je beter concentreren, je wordt gezonder en het geeft je een gevoel van succes. Da’s heel positief natuurlijk. Ook is onze lever in staat om in omvang af te nemen en te herstellen van de vele overuren hard werken in het voorgaande jaar.
Die genoemde voordelen van “Dry January” heb ik in de afgelopen keren eigenlijk nooit echt gemerkt. Wat me wel heel sterk opviel was dat ik de eerste maanden van het jaar na een “Dry January” wel keurig binnen de wekelijkse norm bleef en niet over de tien glazen per week kwam. Dat ik langzamer een glas dronk en nog meer dan anders kon genieten van de smaak. Dus toch een tijdelijke ontwenning, die er in de loop van het jaar echter gewoon weer uit sluipt. Het smoesje voor mijzelf is dan dat ik enorm van het leven houd. Dat ik intens kan genieten van de juiste wijn bij de juiste spijs. Ik geef voor het gemak de Belgen dan maar even de schuld. Ik vind het altijd weer een feestje om met Belgen een diner te nuttigen. De wijnkaart wordt met dezelfde aandacht bestudeerd als de menukaart. En hoewel het niveau van de restaurants in Nederland naar mijn mening inmiddels het niveau van BelgiĆ« haalt, is dat bij ons toch nog anders.
Een biertje in goed gezelschap of een glas wijn om de smaakpapillen te verwennen. Heerlijk. Over een week of vier ga ik weer in de “langzaam-aan-modus” en nu gewoon even helemaal niets….en dat lukt wonderwel.