Jan Beerling (57)
Eigenaar / partner Holtrop Ravesloot Executive search. Geboren te Amsterdam, gehuwd, twee dochters (20 en 22 jaar). Opleiding HTS Bedrijfskunde, Zwolle/Amsterdam en Sociologie UVA, Amsterdam
Wat is het leuke van het vak van executive search, headhunter in de volksmond?
Al vanaf 1987 werk ik in de executive search. Gestart als administratief medewerker bij de grondleggers van het vak, Cor Holtrop – de eerste headhunter van Nederland – en Wim Ravesloot. Van hen heb ik het vak geleerd. De gesprekken met de klanten en kandidaten, de analyse van de problematiek rond de vacature, het doorzien van de organisatie en het komen tot de goede match tussen bedrijf en kandidaat. Dat noemen wij het ambacht van de diagnostiek. Een heerlijk vak dat ik al lang met ontzettend veel voldoening beoefen.
Is het een zware belasting?
Over algemeen niet. Als je iets doet dat je leuk vindt, en dat ook nog eens bij je past, dan krijg je er meer energie van, dan dat het je kost. Mentaal kan het soms wel zwaar zijn. Je bent je eigen productiefactor. Je staat “vol in de wind”, je kunt je nergens achter verschuilen. Als iets niet goed loopt moet je in de spiegel kijken. Dat is anders dan wanneer je bijvoorbeeld een schakel in een keten bent, met veel meer externe factoren die van invloed zijn. Daarnaast ben je niet altijd de baas over je eigen agenda; de beschikbaarheid van opdrachtgever en kandidaten is leidend.
Om succesvol te zijn moet je flexibel kunnen inspelen op wijzigingen die zich op ieder moment in het plaatsingstraject kunnen voordoen. Dat maakt het vak ook minder geschikt om het parttime in te vullen. Maar je moet ook niet overdrijven, wie structureel overwerkt doet iets fout en heeft niet de balans die noodzakelijk is om goed te blijven presteren.
Al sinds mijn jeugd tennis ik op competitieniveau. Typisch een sport waar je gemaakte fouten vooral aan jezelf moet relateren. Ik heb in de loop der jaren van het tennissen geleerd om niet ten koste van alles elke bal te willen halen. Dat gaat namelijk vaak ten koste van het resultaat van de wedstrijd als geheel, omdat je niet handig omspringt met je energie. Met het verstrijken van de jaren werd dat steeds actueler. Toen ik dat eenmaal inzag, kostte het nog ongeveer een jaar om die omschakeling echt te maken. Vervolgens gingen mijn resultaten zienderogen weer vooruit. Vertaald naar ons werk: ‘choose your battles’. Wij hebben als bureau een hoge scoringsfactor, zijn succesvol als we op inhoud aan tafel komen. Dit succes komt ook door te durven kiezen voor de klanten die bij je passen.
Je spreekt intensief met mensen, ook zij die zich in de fase vόόr hun pensionering bevinden. Wat kun je daarover vertellen?
Het gaat naar mijn mening vooral over zingeving. Zingeving vinden in wat je doet. Iedereen wil met zijn inzet iets bereiken voor het gezin, de samenleving, zichzelf. Voldoening haal je uit je werk, maar ook uit vele andere dingen. In mijn geval is dat naast mijn werk mijn gezin, sport en muziek. Dus niet alléén het werk. Van mijn moeder heb ik geleerd om ook van de kleine dingen in het leven te genieten.
De generatie die nu richting het pensioen kijkt kan wellicht in de laatste werkjaren hun ervaring inbrengen in een ondersteunende rol in plaats van een bepalende rol. Dat kan een mooie overgangsfase zijn, richting het pensioen. Hoe gaan we om met demotie vόόr de pensionering? Dus een carrièrestap omlaag in plaats van omhoog. Heel belangrijk dat de acceptatie daarvan toeneemt, want dat kan zowel voor de persoon als de organisatie goed zijn.
Je ziet een sterke verandering als je de huidige generaties bekijkt. Wij vijftigers behoren tot wat wel “de Sandwich-generatie” genoemd wordt. Met de zorg voor de kinderen en de ouders, ingeklemd tussen deze twee generaties. Tijdens ons werkzame leven is het hele sociale stelsel overhoop gegooid. Zowel qua pensioenen, sociale zekerheid, maar ook de ouderenzorg. Van ons wordt een rol als mantelzorger verwacht richting onze ouders en door gebrek aan woningen blijven kinderen langer thuis wonen. Daarnaast zijn wij de eerste generatie waar het vanzelfsprekend is dat beide partners carrière maken, maar waarbij randvoorwaarden om dat goed te kunnen organiseren nog in ontwikkeling waren. Daarnaast gaan wij nog uit van een lineair oplopend carrièreverloop. Door het terugbrengen van de studieduur en het afschaffen van de militaire dienstplicht, studeert een jonge generatie eerder af en betreedt ook veel jonger de arbeidsmarkt. Vaak op pakweg 23-jarige leeftijd, verdient al goed, maakt snelle stappen en heeft halverwege de dertig vaak al existentiële vragen die mijn generatie pas mid-life had. Zij moeten misschien nog wel veel langer doorwerken dan, zoals nu, tot eind zestig. Hoe ziet hun pensioen eruit? Gaan ze als ze eind dertig jaar zijn weer studeren? Kiezen ze een heel andere richting? Je kunt tussen je 23e en 70e in drie blokken van vijftien jaar misschien wel in heel verschillende beroepen/rollen carrière maken.
Zo komen we mooi bij het punt van fit blijven na pensionering.
Zeker. Ik denk dat het vooral de eerder genoemde zingeving is die ervoor zorgt dat we zo lang mogelijk onze geest gezond houden. Als je je dertig jaar lang alleen op je werk hebt gefocust, dan is het niet vreemd dat je na pensionering niet meer weet wat je met je vrije tijd moet en dan vallen ook nog eens al die contacten van het werk weg. Vervolgens een cursus of zoiets dergelijks oppakken vlak voor je pensionering is niet de oplossing, dan ben je te laat.
Ik speel in een Bluesband als toetsenist. Als je muziek maakt kun je nergens anders aan denken. Ja, ook heerlijk voor de geest, misschien wel meditatief. De contacten via de muziek zijn totaal anders dan die van het werk. En het “netwerk” via de tenniscompetitie is ook weer heel anders. Met andere woorden; er voor zorgen dat je tijdens je werkzame leven al in balans bent en jezelf hebt verbreed. Daar kun je dan ook na pensionering van blijven profiteren.
Lichamelijk fit blijf ik door twee, drie keer per week een rondje van vijf tot zeven kilometer te rennen. Dat vind ik veel minder leuk dan tennissen, maar ook hardlopen houdt me fit. Financieel hebben we niet te klagen. Mijn pensioen zit in het bedrijf en later zal blijken hoeveel dat is.